Alles wat u doet, moet u met liefde doen.

1 Kor. 16:14

Zeshonderd jaar geleden woonde er een dappere, goede man in Bohemen. Een man die niet bang was. Jan HusHij stierf, omdat hij wilde dat iedereen de Bijbel zou lezen en van Jezus, de Heiland, zou houden. De kerk, waar hij bij hoorde, vertelde de mensen maar kleine stukjes uit de Bijbel. In die tijd waren er weinig boeken en de meeste mensen hadden zelf geen Bijbel. Zij wisten niet veel van Jezus. Ja, Johannes (Jan) Hus stierf omdat hij zoveel van Jezus hield en van alle verhalen in de Bijbel en omdat hij niet op wilde houden erover te preken. Daarom werd Jan Hus tenslotte door de leiders van de kerk levend verbrand, maar hij was niet bang.

Huis in kunwaldDe Broedergemeente mag terugzien op een verleden van vijf eeuwen. Haar oorsprong ligt in het voormalig Tjechoslowakije (tegenwoordig republiek Tsjechië), namelijk Moravië en Bohemen. Toen Johannes Hus in 1415 op het Concilie van Constanz werd veroordeeld en op de brandstapel zijn leven liet voor zijn geloofsovertuiging, begon de onrust in Bohemen en Moravië. Een groot gedeelte van het volk maakte zich los van Rome. De radicale partij kon zich niet handhaven, de gematigden kwamen toch langzamerhand weer onder de invloed van Rome.

De achter zijkant van de KoningskerkIn de jaren dertig was de samenstelling van de gemeente in Amsterdam heel anders dan tegenwoordig. Er bestond al een kleine gemeente die huiskamerbijeenkomsten hield. In die tijd kwamen er veel Surinamers naar Nederland om er te studeren of de studie te voltooien. Voorts kwamen de gepensioneerde ambtenaren naar Nederland, de z.g. nette heren. De gemeente groeide en men moest uitzien naar een grotere ruimte. Na de oorlog kwamen er veel Surinamers naar Nederland om hier te werken.